Rode wijn is een wijn die ontstaat door most van blauwe druiven enige tijd met de druivenschillen te laten vergisten. De kleurstoffen in de druivenschil geven de wijn de rode kleur. De variatie in roodtint wordt mede bepaald door het druivenras, maar kan ook gedurende de lagertijd veranderen. Jonge rode wijn is vaak wat paars van kleur, terwijl sommige oudere wijnen meer oranje of bruinrood zijn.

Roséwijn, of kortweg rosé, is wijn die wordt gemaakt van blauwe druiven, soms in combinatie met witte druiven. De wijn krijgt zijn kleur doordat de schillen van de blauwe druiven minder lang bij het sap (de most) blijven dan bij de bereiding van rode wijn.

Witte wijn wordt in de meeste gevallen alleen gemaakt uit het sap van druiven. De most is dus vrij van schillen, steeltjes en pitten. Omdat druivensap weinig tot geen kleurstof bevat zal de wijn nagenoeg blank zijn. Witte wijn kan derhalve ook van blauwe druiven gemaakt worden. De werkelijke kleur van de wijn wordt bepaald door het gebruikte druivenras. Ook leeftijd speelt een rol. Een jonge wijn kan een groene zweem vertonen. Bij oudering van de wijn zal de kleur ook veranderen.

KLASSIEKE WIJNEN

De klassieke wijnproductie is gebaseerd op gestandaardiseerde industriële processen waarbij het doel is om meer en consistenter te produceren, dus tegelijkertijd de opbrengst en kwaliteit te verbeteren.

BIOLOGISCHE WIJNEN

Biologische wijn is wijn gemaakt van biologische geteelde druiven. Dat is de wettelijke definitie. Maar er zijn ook nog een aantal andere elementen wettelijk geregeld. Zo mogen biowijnen niet zoveel sulfiet bevatten als gangbare wijnen.

NATUURLIJKE WIJNEN

Wijnen met een absoluut minimum aan tussenkomst van chemicaliën en zonder toevoegingen, filtering en gekweekte gisten. Deze wijnen zijn dan ook wat troebeler en beperkter houdbaar.